Food on the Road

Eén van de (vele) leuke dingen van op vakantie gaan vind ik het ontdekken van leuke plekjes om te eten of om kennis te maken met eetgewoonten uit het land van mijn bestemming. In de zomer van 2011 heb ik de tapaskeuken van Spanje leren kennen. Een rondreis vanaf Barcelona, via de kuststeden Valencia en het zuidelijke Nerja, omhoog naar Sevilla en Madrid en weer terug naar Barcelona bracht ons in de meest fantastische restaurantjes. 

Ik hou van de manier hoe Spanjaarden leven. Alles gaat tranquilo, tranquilo. Laten we ons vooral niet haasten lijkt hun motto. Ook op het gebied van eten zijn het pure genieters. Om zes uur even snel een avondmaal naar binnen werken is er niet bij. Vooral in de weekenden trekken de Spanjaarden er massaal op uit om weg te kruipen in één van vele knusse tapaskroegjes met grote groepen vrienden.

In Madrid, waar we drie dagen verbleven, hebben we de heerlijkste tapas gegeten. Ik kon mijn ogen uitkijken in het tapas/pinchos eettentje Taberna Txacolina aan de Cava Baja. Een lange bar met daarachter het grootste aanbod pinchos dat ik ooit gezien heb. Heerlijke broodjes met daarop bijzondere kaaskroketjes of auberginetaartjes. Ook de ‘baby-aaltjes’ en de groene pannenkoekjes gevuld met zalm waren heerlijk. 

Naast de verschillende tapasbarretjes aan de Cava Baja is ook de Mercado de San Miguel zeker de moeite waard om eens te bekijken als je in de Spaanse stad bent. De markt is niet zo bijzonder en groot als de Mercat de la Boqueria in Barcelona, maar als je een lekker glas wijn wilt drinken met een lekker hapje kun je hier altijd wel iets bijzonders vinden. Wij dronken een heerlijk glas volle rode wijn en aten een spiesje met gamba’s en mozzarella en tomaat. 

In maart vertrek ik weer voor een weekend naar Barcelona (nog zo’n fantastische Spaanse stad waar je heerlijk kunt eten) en ik kijk nu al uit om neer te ploffen op één van de houten krukjes in onze inmiddels bijna stamkroeg/tapasbar Can Eusebio!